Op 2 december van dit jaar is het 25 jaar geleden dat de Haarlemse musicus Albert de Klerk (1917-1998) overleed. De Klerk bespeelde als stadsorganist het wereldberoemde Christiaan Müllerorgel van de Grote of Sint Bavokerk en was bijna 65 jaar organist in de St. Josefkerk. Als componist schreef hij veelal kerkmuziek voor koor en/of orgel. Daarnaast schreef hij kamermuziek en ook componeerde hij enkele werken voor beiaard.

Stadsbeiaardier Bauke Reitsma staat hier in de beiaardbespeling bij stil en speelt composities van Albert de Klerk.

1. Sweelinck-Fantasie (1975)

Deze compositie werd gepubliceerd in een bundel met drie werken voor drie Amsterdamse carillons. Naast de Klockedans voor de Zuidertoren van Wim Franken en Sweelinck-citaten voor de Oudekerkstoren van Sjef van Balkom, componeerde De Klerk zijn Sweelinck-Fantasie voor de Westertoren. Het aan Bernard Winsemius opgedragen werk werd gebaseerd op het Franse liedje "Est-ce Mars?", waarop Sweelinck diverse variaties schreef. Het stuk mag uiteraard niet ontbreken in Deventer, waar Sweelinck in 1562 werd geboren.

INTERMEZZO

2. Introductie en Martinivariaties (1993/1994)

Dit in opdracht van de Stichting Martini Beiaard Groningen geschreven muziekstuk, werd het verplicht te spelen werk voor deelnemers aan het Internationale Beiaardconcours te Groningen in 1994. De basis van de compositie is een thema van de Italiaanse barokcomponist 'Padre Martini', of Giovanni Battista Martini (1706-1784)

INTERMEZZO

3a. uit 10 Inventionen voor orgel (1945)
III Scherzando
V Tranquillo

3b. Pater noster (1975)

3c. uit 10 Inventionen voor orgel
VI Festivo
X Grave

Composities voor koor en orgel door Bauke Reitsma bewerkt voor beiaard.

INTERMEZZO

4. Hemony-Suite (1952)
a. Prélude
b. Etude
c. Siciliana
d. Toccata

De beiaardcomposities van Albert de Klerk komen goed tot hun recht op de Deventer Hemonyklokken. De componist schreef bovenstaande werken voor Hemonybeiaarden (Amsterdam en Groningen) en het werk met de titel Hemony-Suite mag voor zichzelf spreken. De componist heeft bij het ontstaan van dit werk als Haarlemse musicus ongetwijfeld de klank van de Hemonyklokken van Grote of St. Bavokerk in de oren gehad.